Gevlochten polyamidetouw (Fluo)

Gevlochten nylon metserskoord.

Polyamide of nylon was het eerste materiaal dat gebruikt werd voor synthetische touwen. Het gaat om een keten van monomeren van het type amide dat gemaakt wordt van benzeen dat na een bepaald productieproces tot korrels wordt geperst. Deze korrels worden gesmolten en geëxtrudeerd. Zo ontstaan filamenten of vezels (= smeltspinnen).

• De vezels worden daarna gesponnen tot garen en zo verder behandeld tot een afgewerkt touwproduct.
• Synthetisch touw, niet biologisch afbreekbaar.
• Sterk en duurzaam.
• Flexibel en zacht touw, maar wordt harder in water.
• Gemakkelijk te knopen.
• (Meestal 16-voudig) gevlochten of 3- of 4-strengs gedraaid touw.
• Synthetisch touw met hoogste breekkracht en slijtvastheid.
• Schokabsorberend, hoge rek (± 20%).
• Vochtbestendigheid: absorbeert water en zinkt (densiteit 1,14 g/cm³), resistent tegen verrotting maar verliest 10 à 15% breekkracht als het nat is. De breekkracht herstelt weer als het touw droog is.
• UV-bestendig.
• Hittebestendig: smelt vanaf 215°C.
• Niet bestand tegen zuren, wel tegen basen.
• Kleur: Fluogeel, sommige referenties ook in kaki, wit, zwart, blauw en rood.
• Toepassingen:
• metserskoord;
• vloerderskoord;
• koord voor optrekgordijnen.